(Fossiele) Vondsten van de Europese moerasschildpad

Jelle Hofstra

Inheemse schildpadden komen in ons land al lang niet meer voor. Schildpadden die nu worden gesignaleerd, zijn ontsnapt of uitgezet. Het gaat dan meestal om de Amerikaanse Roodwangschildpad Trachemys scripta elegans. De Europese moerasschildpad Emys orbicularis is al geruime tijd uit ons land verdwenen. De hier soms toch sporadisch gesignaleerde dieren komen vermoedelijk met de grote rivieren mee uit meer zuidelijker streken. De huidige verspreiding van de schildpad heeft alles te maken met een voldoende hoge zomertemperatuur, die noodzakelijk is voor het uitkomen van de eieren. In ons land is de gemiddelde temperatuur net te laag. Toch was de Europese moerasschildpad hier ooit een inheems reptiel.

 

Verspreidingsgebied

Over het voorkomen van de Europese moerasschildpad in ons land zeggen Van Kampen en Heimans (Fauna van Nederland, 1927) het volgende: ’verspreid, doch zeldzaam, in Zuid-Limburg, vooral in het gebied van de Geleen; ook noordelijk in het stoomgebied van de Maas (Helenaveen, Megelsum), de AA bij Erp (?). Verder zijn hier en daar verspreid in ons land enkele exemplaren aangetroffen o.a. in het Burgercompagniesterdiep in Groningen, de Westerwoldsche A, ten zuiden van Oldenzaal, Kortenhoef, Haarlemmertrekvaart, Katwijk, ’s Gravenhage en Bilthoven. Voor een deel zijn dit wellicht uit gevangenschap ontsnapte exemplaren, maar niet voor alle, en althans niet voor die uit Zuid-Limburg is dit het geval. De verspreide vindplaatsen zijn te beschouwen als de resten van een vroeger meer continu verspreidingsgebied. Tot zover het boek.

 

Vondst in Fryslan

Een voor Fryslân belangrijke vindplaats ontbreekt hier echter. Zo stond in een toen al zeer oud boekwerkje dat ik ongeveer 40 jaar terug onder ogen kreeg, dat de Europese moerasschildpad in het riviertje de Linde voor moest komen. Voor mij was het dus geen verrassing dat er bij opgravingen aan de Boven-Tjonger bij Oosterwolde een pantser werd gevonden van de Europese moerasschildpad, dat naar schatting 7000 jaar oud moest zijn. Wat mij wel verraste was het feit dat de onderzoekers van het Groninger Instituut voor Archeologisch Onderzoek ons wilden doen geloven dat er in ons land nog nooit eerder resten van deze schildpad waren aangetroffen. Niets is echter minder waar.

 

Meer vindplaatsen

Zo beschrijft mevrouw L. H. van Wijgaarden-Bakker, werkzaam bij het Amsterdams Centrum voor Archeologisch Onderzoek enkele eerdere vondsten van restanten van de Europese moerasschildpad in het tijdschrift van de Nederlandse Vereniging voor Herpetologie en Terrariumkunde ’Lacerta’ (nummer 4, jaargang 1999). Al in 1897 verzamelde een student fossielen in het Limburgse Tegelen waarin fragmenten van de moerasschildpad werden herkend. In latere jaren werden in de buurt van Tegelen nog tal van fossielen gevonden. Een tweede vindplaats wordt gevormd door de Maasvakte bij Hoek van Holland. Hier werden fragmenten van de schildpad gevonden toen lokaal zand werd opgebracht. Een derde fossiele vindplaats bevindt zich in Maastricht-Bevédère. Dit wat betreft de vondsten uit het Pleistoceen (2.5 miljoen tot 10.000 jaar geleden). Uit het Holoceen (10.000 jaar geleden tot heden) zijn eveneens meerdere vondsten bekend. Zo werd in Voorschoten een nog compleet buikschild van de Europese moerasschildpad beschreven. In de buurt van ’s Hertogenbosch werd zelfs een intact zijnd pantser gevonden. Een derde vondst uit dit tijdperk betreft een buik- en rugschild te Hardinxveld-Giesendam. Bij nader onderzoek vond men aan de schildfragmenten zowel brand-, vraat- als snijsporen, die zouden kunnen duiden op menselijk handelen.
Ook bij de vondst in de omgeving van de Boven-Tjonger gaat men er vanuit dat de schildpad door jagers is gevangen en opgegeten. Omdat het pantser niet eetbaar is, werd het als slachtafval achtergelaten, zo is de theorie. Niet duidelijk is of op dit schild ook inderdaad sporen van menselijke activiteiten zijn gevonden.

 

« terug naar overzicht artikelen WARF-bulletin