Ieder jaar weer vindt vanaf begin maart op verschillende plaatsen in Nederland een spectaculaire natuurlijke migratie plaats. Padden, kikkers en salamanders ontwaken uit hun winterslaap en trekken naar poelen en sloten om daar te parenen hun eitjes te deponeren. Waarom dit fenomeen zo bijzonder en gevaarlijk is, wordt gevraagd aan amfibieënkenner Jelle Hofstra uit Gorredijk. Op de bank in de gezellige huiskamer begint Hofstra te vertellen.
’Ik ben een oorlogskind. Ik haalde in de oorlogstijd de kikkers uit de schuttersputjes die de Duitsers langs de weg hadden gegraven. Zowel kikkers als padden vielen hier regelmatig in. Sindsdien ben ik weg van amfibieën, maar ook reptielen. Zo heb ik met 10 verschillende soorten schildpadden gekweekt. Met de Zwarte Aardschildpad uit Costa Rica had ik de eerste nakomelingen van Europa. Het vrouwtje was al dertig jaar oud. Hiervoor heb ik in Wenen de ’Gerold Ott-prijs’ ontvangen. En soms moet je een beetje geluk hebben. Zo ontdekte ik in 2007 op het Griekse eiland Lesbos een slang die voor dit eiland volkomen nieuw was’.
’De paddentrek die - afhankelijk van de weersomstandigheden - ongeveer 2 maanden duurt, vindt plaats in het donker. In ons dichtbevolkte land met zijn vele wegen is dit een gevaarlijke onderneming voor de koudbloedige dieren. Auto’s vormen een groot risico en veel amfibieën worden geplet door een autoband. Bijkomstigheid is dat de piek van de paddentrek (net na het donker worden) precies samenvalt met de avondspits op de wegen. Op sommige plaatsen worden er zoveel padden doodgereden dat hele populaties op den duur dreigen te verdwijnen. Om verkeersslachtoffers te voorkomen, worden paddenoverzetacties georganiseerd. Waar de grootste paddendrukte is, worden schermen in de berm geplaatst die de beesten naar de ingegraven emmers leiden. De emmers worden door vrijwilligers regelmatig geleegd aan de veilige overkant van de weg.
’In het bosrijke Beetsterzwaag ter hoogte van een natuurijsbaan aan de Poostweg is er niet alleen een hevige paddentrek, maar ook migratie van de Heikikker. Deze Rode Lijstsoort heeft een hoge beschermingsstatus in zowel de Conventie van Bern als n de Europese Habitatrichtlijn. Echter deze status biedt hem op de Poostweg geen enkele bescherming. Veel automobilisten trekken zich namelijk niets van de verkeersregels aan. Hekken met bebording worden aan de kant gegooid en de schermen in de berm worden vernield. In het begin van onze overzetacties werden de ingegraven emmers zelf meegenomen. Nu hebben we er gaten in gemaakt en worden ze niet meer gestolen. Ook plaatsen we een stokje in de emmer, zodat o.a. de er ingevallen muizen er uit kunnen kruipen. Er zijn echter mensen die de stokjes er weer uithalen omdat ze denken dat de amfibieën er ook zo uit kunnen kruipen. Een kikker of pad kan wel een week in een dergelijk emmer zitten, maar een muis moet echter na een paar uur wel weer eten.
Als triest dieptepunt verdwenen al snel dit jaar de waarschuwingsborden voor paddentrek die we aan de schrikhekken hadden opgehangen. Er wordt met grote snelheid over de weg gereden. Vrijwilligers in verkeershesjes die dieren proberen te redden, welke buiten het scherm om de weg oversteken, staan meer in de berm dan dat zij hun werk kunnen doen. Ook al is tijdens de paddentrek de limiet 30, 100 km per uur is geen uitzondering! Als er harder dan 30 km wordt gereden dan krijg je een soort zuigwerking waardoor de dieren tegen de onderkant van de auto aanklappen’.
Het was dan ook begin maart dat Hofstra de politie om hulp vroeg. Op één avond waren al 184 doodgereden amfibieën geteld in anderhalf uur. Het regionale milieuteam van de politie was wel bereid om opvallend aanwezig te zijn bij de oversteekplaats. Op een regenachtige avond hebben zij, gekleed in opvallende gele jassen en met dienstvoertuig in de berm, de paddenoverzetactie begeleid.
Opvallend was – maar niet onbegrijpelijk – dat de automobilisten zich nu wel aan de snelheidsbeperking hielen. Zo langzaam hadden ze nog nooit gereden aldus de vrijwilligers. Echter die avond was er niet veel trek en afgesproken werd om te wachten op de start van de massale uittocht der padden. Het exacte moment laat zich echter moeilijk voorspellen omdat dit erg afhankelijk is van de temperatuur en de luchtvochtigheid. Politieassistentie op afroepbasis voor een dergelijke actie is alleen te organiseren vanuit een flexibel milieuteam met gemotiveerde medewerkers.
’De gemeente is van goede wil. We hebben de gemeente informatie en tekeningen over het plaatsen van een paddentunnel gegeven. Ze zijn dat nu aan het bestuderen. Een andere oplossing zou het graven van een poel voor de weg kunnen zijn. In deze poel breng je dan het afgezette dril over dat aan andere kant van de weg is afgezet. De oude generatie gaat dan nog wel de weg over, maar de jonge generatie niet meer. De oudjes steken de weg nog over tot ze dood zijn. Padden kunnen in de vrije natuur zeker 12 jaar oud worden en in gevangenschap tegen de 40 jaar! Maar zodra automobilisten zo’n kanariegele politiejas zien, zijn ze zo mak als een lam. Dus als je de volgende keer nou eens twee van die politiejassen meebrengt dan is het probleem ook opgelost!’