Heidevelden van groot belang voor flora en fauna

Dick Huitema

Op de valreep van 2000 kwam het boek ’Dagvlinders in Friesland’ uit. Voor dit prachtboek verdienen de Vlinderwerkgroep Friesland en de Vlinderstichting alle lof. De verspreiding van de dagvlinders in deze provincie per kilometerhok geeft een heel goed beeld van waar de diertjes precies voorkomen. Vooral bij de schaarse en zeldzame soorten is de verspreiding haast per (natuur)terrein na te gaan.

 

Juist beheer

Daarbij valt al gauw het grote belang op van onze heidevelden (en veldjes). Voor een aantal vlindersoorten zoals het Groentje, Gentiaanblauwtje en uiteraard Heivlinder en Heideblauwtje. Is er naast heide ook heischraal grasland aanwezig, dan zijn soms zeldzame soorten aan te treffen, zoals de Aardbeivlinder. Het in het boek opgenomen lijstje met voor vlinders belangrijke natuurterreinen, bevat hoofdzakelijk heidevelden en hoogveen. Het hoofdstuk over het beheer van leefgebieden geeft een zeer goede beschrijving van het noodzakelijke beheer van heidevelden en zandverstuivingen. Ik citeer hieruit het volgende:
- ’Voor elk type heidegebied zal moeten worden bekeken welke beheersmaatregelen het meest geschikt zijn. Bij heidebeheer geldt vooral dat ’maatwerk’ moet worden geleverd’.
- ’Van belang is ook het veiligstellen van de kleinere heide- en stuifzandpercelen’
- ’Kleine heideveldjes te midden van agrarisch land lijden sterk onder vermesting en zijn eigenlijk nauwelijks te handhaven’.
 

 

Kleine heideveldjes behouden

Met het eerste citaat kunnen wij, met het oog op de eisen die reptielen aan de heidebiotoop stellen, volledig instemmen. Het kleinschalige, op de specifieke situatie van een heideveld afgestemd op beheer, is ook voor reptielen het juiste beheer. Het ideale beheer van kleine heideveldjes zou uitsluitend door mensen moeten worden uitgevoerd: kleine stukken plaggen, opslag verwijderen, maar niet alles en overal in één keer!, een van oorsprong nat terrein weer geleidelijk vernatten, etc. Een dergelijk beheer is echter arbeidsintensief en zal structureel moeten zijn: tot in de lengte van dagen blijven beheerswerkzaamheden noodzakelijk. Toch is dit de enige manier waarop kleine veldjes behouden kunnen blijven: inzet door professionals en vrijwilligers

 

Vrijwilligers

Ik ben erg blij met al het goede werk wat gedaan wordt door mensen van Landschapsbeheer Fryslân. Vooral ook omdat zij in staat zijn vrijwilligers door de week de hei op te sturen. Met alleen weekendvrijwilligers blijft er teveel noodzakelijk werk liggen. Er zijn behoorlijk wat heideveldjes aan te wijzen die zonder inzet van vrijwilligers in bos zouden zijn veranderd. En als je ziet wat er soms juist op die kleine stukjes voorkomt aan reptielen, vlinders en planten, dan besef je wat er verloren gaat zonder een adequaat beheer. Ik citeer nogmaals het vlinderboek: ’Ook op een heideveldje bij Jubbega worden regelmatig aantallen van meer dan 2000 vlinders gemeld’. Het betreft hier dan het Heideblauwtje.

 

Natuurwaarden

Het tweede en derde citaat hierboven vullen elkaar heel goed aan. Beide constateringen zijn terecht. Toch vind ik de opvatting dat veldjes te midden van cultuurland nauwelijks te handhaven zijn, te pessimistisch dan wel fatalistisch. Ik ken een aantal van deze heideveldjes en door de jaren heen waren en zijn daar zodanige natuurwaarden aan te treffen, dat het zeker de moeite waard blijft om te proberen ze te behouden. Er moet dan in de meeste gevallen intensiever beheerd worden: wat vaker opslag verwijderen, als het even kan stukjes plaggen, greppels gefaseerd dempen etc. Ook is het zaak natuurbeheerders er op te wijzen dat de aanwezige natuurwaarden voor hen aanleiding zouden moeten zijn te proberen dergelijke gebiedjes te bufferen door aankoop van omliggende gronden. In een volgend artikel wil ik wat dieper ingaan op specifieke soortgerichte beheersingrepen die op de heide kunnen worden toegepast.
 

 

« terug naar overzicht artikelen WARF-bulletin