Het is een kleine zestig jaar terug dat ik voor het eerst Hazelwormen op de Lippenhuisterheide zag. Ik zat nog op de lagere school en we gingen met een groepje schoolkinderen naar Beetsterzwaag voor het bijwonen van een demonstratie van de brandweer. De fietstocht ging via de Aldhearrewei - een zandpad met naastgelegen schelpenpaadje - dat dwars door de Lippenhuisterheide loopt. Bij een tussenstop ging ik even een kijkje nemen op de hei bij de voormalige zandafgraving ten westen van het zandpad. Daar stuitte ik op een aantal koperkleurige slangachtige diertjes die bij elkaar lagen. Dat moeten jonge Hazelwormen zijn geweest. Dat was de eerste keer dat ik op de Lippenhuisterheide Hazelwormen zag en tevens ook de laatste keer.
Zeer vroege meldingen van Hazelwormen op de Lippenhuisterheide zijn terug te vinden in de archieven van de Herpetogeografische Dienst. Deze meldingen zijn afkomstig van de heer Stobbe, de vroegere conservator van het toen nog geheten Fries Natuurhistorisch Museum te Leeuwarden.
Blij verrast was ik toen ik tijdens een monitoringsronde in 2011 door iemand werd aangesproken die regelmatig een bezoekje brengt aan de Lippenhuisterheide. Het gesprek ging al gauw over reptielen. Hij wees mij plekken waar hij zo nu en dan Adders, Ringslangen en Levendbarende hagedissen tegenkwam. Ook had hij er kort geleden een Hazelworm gevonden. Normaliter had ik aan een dergelijk verhaal getwijfeld, maar de man bleek geen leek op reptielengebied.
Enkele weken daarna kreeg ik een melding van John Helmes uit Sneek. John geeft regelmatig zijn gegevens aan mij door van door hem gevonden reptielen. Hij had op 20 mei 2011 een Hazelworm gevonden op de Lippenhuisterheide. Een derde bevestiging kwam een poosje later via een mail van de beheerder van de Lippenhuisterheide, de heer ‘d Ansembourg, die behalve Adders, Ringslangen en Levendbarende hagedissen dat jaar ook een Hazelworm vermeldde. Het is dan ook zeer verheugend dat de Hazelworm schijnbaar terug is op de Lippenhuisterheide. En dat alles op drie verschillende plekken.
Hazelwormen brengen veel tijd onder de grond door. Behalve zwangere vrouwtjes ziet men de Hazelworm zelden in de zon liggen. De dieren zoeken liever beschutting onder de door de zon opgewarmde vegetatie. Door deze verborgen levenswijze worden Hazelwormen niet zo vaak gezien en juist dit gedrag maakt het zo moeilijk het dier op te sporen. Veel meldingen zijn dan ook ‘toevallige‘ vondsten. Of het dier is door zijn verborgen levenswijze al die jaren over het hoofd gezien, of het dier is gemigreerd vanuit de anderhalve kilometer noordelijk gelegen natuurgebieden het Alpher- en het Hemrikkerveld. Het Hemrikkerveld omvat het Witte- en het Zwarte Meer. Vooral het Witte- en het Zwarte Meer zijn zeer interessante gebieden voor de herpetofauna. Adder, Ringslang en Levendbarende hagedis kunnen hier worden gevonden, evenals de Heikikker. Hier worden zo nu en dan ook Hazelwormen gesignaleerd.
Volgens een Engels onderzoek naar de bewegingen van uitgezette Hazelwormen, bleek dat de dieren in staat waren flinke afstanden af te leggen. Dit onderzoek wordt bevestigd door onderzoek in Wageningen. Om de afstand van het Zwarte Meer en de Lippenhuisterheide te overbruggen, moeten de dieren ook door grasland (Hemrikker Scharren) en zelfs het riviertje het ‘Alddjip‘ (Koningsdiep) oversteken. Hazelwormen kunnen zwemmen, al is nooit gezien dat de dieren vrijwillig in het water gaan.
Uit de nabije omgeving zijn ooit meerdere meldingen binnen gekomen. In de negentiger jaren werd een Hazelworm gezien nabij de brug Hemrikkerpad/Alddjip door Tjeerd Geertsma, Johan Post en Grietje Visser. In dezelfde periode werd in het park rondom het gebouw van It Fryske Gea in Olterterp een Hazelworm gevonden. In 1996 vond de toen 7-jarige Arjen Geertsma uit Terwispel tijdens een boswandeling met zijn ouders in Lippenhuizen een Hazelworm. Gerrit Tuinstra vond in het jaar 2000 een Hazelworm nabij het Zwarte Meer. In 2005 werd een dode Hazelworm gevonden bij het Witte Meer door Harm Posthumus. In datzelfde jaar werd wel een heel merkwaardige vondst gedaan in het park De Wiken, beter bekend als De Groene Long, in Gorredijk. Spelende kinderen liepen rond met emmertje waarin ze een nabij de Skatebaan gevonden ‘slang‘ hadden zitten. Het bleek om een Hazelworm te gaan. Het dier moet een flinke trektocht hebben ondernomen, aangezien het dichtstbijzijnde stukje natuur ruim twee kilometer daar vandaan ligt, het gebied waar Arjen Geertsma zijn Hazelworm vond. Ikzelf vond in 2009 een Hazelworm in het Zwarte Meer. Johan Helmus vond in 2011 een dode Hazelworm nabij het Zwarte Meer en twee levende waaronder een pas geboren diertje niet langer dan 5-6 cm.
De meldingen die een aantal jaren regelmatig bij mij binnen kwamen dat er meerdere keren een Hazelworm was gezien aan de Zandlaan te Beetsterzwaag, betroffen - zoals later zou blijken - in alle gevallen jonge Ringslangen.